Door de krapte op het elektriciteitsnet krijgen steeds meer grootverbruikers te maken met wachtrijen en weigeringen bij het aanvragen van nieuwe aansluitingen. Hoe werkt het proces rondom de aanvraag en toewijzing van transportcapaciteit? Wat zijn de rechten en plichten van netbeheerders én aanvragers? In dit blog vertelt Mr. Bert de Jonge, Advocaat Energietransitie, Legal Counsel Enexis (tot nov 2025), Partner PowerWise Legal hoe het aanvraagproces in zijn werk gaat, welke juridische regels gelden, en welke uitdagingen – zoals wachtrijen, offerteprocedures en financiële verplichtingen – hierbij komen kijken.
Auteur: E.H.de Jonge
Wanneer een verzoeker bij de netbeheerder een aanvraag indient voor een grootverbruikaansluiting is daarbij de vraag welk transportvermogen verlangd wordt. Wanneer de transportaanvraag meer is dan wat vanuit het net gefaciliteerd kan worden, zal de netbeheerder met een beroep op artikel 24 lid2 Elektriciteitswet de gevraagde transportcapaciteit weigeren.
De netbeheerder is verplicht de weigering te onderbouwen. Bij die weigering behoort een vooraankondiging door de netbeheerder om te onderzoeken welke maatregelen getroffen kunnen worden om wel alsnog transportcapaciteit te organiseren. Voor zover dat niet lukt zal de netbeheerder dat in zijn Congestiemanagement onderzoek nader moeten onderbouwen. Deze rapporten zijn voor de aanvrager beschikbaar. Over de leesbaarheid daarvan zijn wel wat kanttekeningen te maken, maar met het rapport geeft de netbeheerder verantwoording af over zijn weigering ex artikel 24 E-wet. Vaak is de netbeheerder, voordat de vooraankondiging wordt gedaan druk doende te bezien wat nog wel en wat niet meer kan op dat netdeel.
In een zaak in 2022 werd er op 8 juni door Tennet een Vooraankondiging gedaan. Die zelfde dag volgde een zelfde vooraankondiging door Enexis. Normaliter geldt dat de netbeheerder waar zich de beperkende component voordoet de congestie afkondigt. Soms kan het evenwel noodzakelijk zijn, gezien de beperkte transportvraag dat de lagere netbeheerder genoodzaakt is daarnaast ook zelfstandig een vooraankondiging te doen. Vanaf het moment dat een vooraankondiging wordt gedaan wordt door de netbeheerder een wachtrij aangehouden. Om op een wachtrij te komen moet een offerte worden geaccepteerd voor een aansluiting, met vanwege de dan de niet beschikbare transportcapaciteit een gecontracteerd transportvermogen van 0 MW.
De aanvrager die verneemt dat er een vooraankondiging is gedaan zal zich zelf de vraag moeten stellen of hij dan geheel afziet van de betreffende aansluiting of dat hij zich op een wachtlijst wil laten plaatsen. In dat laatste geval wordt op basis van het beginsel “first come first served” een positie toegekend op die wachtrij. Daarbij is de datum van aanvraag bepalend mits dat wel wordt opgevolgd door een offerte met aansluitend een acceptatie. Een aanvraag zonder de vervolgstap van een aanbieding, bij voorbeeld omdat op voorhand het nog lang zal duren voordat er wel transportcapaciteit beschikbaar komt en de aanvrager daarom afziet van een offertevervolg, leidt er toe dat men niet op de wachtrij komt. Wordt wel een offerte verlangd en ook aangeboden door de netbeheerder, dan heeft dat aanbod een acceptatietermijn van 1 maand. Wordt het aanbod niet geaccepteerd, dan vervalt daarmee ook de aanvraag en verliest de aanvrager zijn “gemarkeerde” aanvraag datum.
De juridische vraag kwam aan de orde of de aanvraagdatum als ingangsdatum kan kwalificeren voor een positie op de wachtrij, ook al was er geen offertetraject op gevolgd. De redenering daarbij was dat de netbeheerder de aanvrager op de hoogte had moeten brengen van het risico dat bij geen vervolgtraject, – offerte en acceptatie-, andere aanvragers de eerdere aanvrager zouden passeren.
De netbeheerder is gehouden om op basis van artikel 9.6.Netcode stappen te doorlopen om te bezien wat op basis van de aanvraag kan worden gedaan om de aanvrager toch te faciliteren. Daar hoort ook bij dat de netbeheerder aan de aanvrager kenbaar maakt dat hij mogelijk zijn transportcapaciteitsvraag zou kunnen verminderen. Zou dat dan voor het mindere vooreerst voor de aanvrager wel toereikend kunnen zijn (en daarmee een acceptatie opleveren), dan had diezelfde aanvrager voor het meerdere, niet gehonoreerde deel, een positie op de wachtrij gekregen.
De netbeheerder moet wel na een aanvraag desgevraagd een offerte uitbrengen. Vaak worden aanvragen gedaan om een kostenoverzicht te krijgen zonder dat op dat moment er al een definitief besluit is genomen tot enige exploitatie op een perceel. Men wil zich nog niet binden maar wel inzicht in kosten hebben. Een formele aanvraag leidt tot een ingangsdatum voor een mogelijke positie op de wachtrij. Een aanpassing van de aanvraag impliceert in civiele zin een nieuwe offerte en dus een nieuwe ingangsdatum. Te vroeg aanvragen kan dan ook leiden tot het verliezen van een bruikbare ingangsdatum, omdat de offerte niet geaccepteerd wordt door de aanvrager; te laat aanvragen en vervolgens wel de offerte accepteren, kan leiden tot een lagere positie op de wachtrij.
De problematiek bij het zo hoog mogelijk op de wachtrij terecht komen vloeit voort uit de vraag of men de verplichtingen voortvloeiend uit de offerte wel wil nakomen. De netbeheerder verlangt na acceptatie een eerste termijn om te betalen. Dat kan voor de aanvrager al direct een grote financiële last vergen.
Bij de Energie coöperatie Endona werd dit als een probleem ervaren. Endona vond dat de netbeheerder voor het verkrijgen van een positie op de wachtrij geen acceptatie van een offerte ( met de verplichting van een eerste aanbetaling) mocht eisen. In een geschilprocedure bracht Endona dit voor de toezichthouder, de ACM. Deze oordeelde dat de netbeheerder daartoe wel gerechtigd was. ( ACM/24/191461; 18 september 2025).
Nu inmiddels de termijnen voor realisatie van aansluitingen oplopen en de wettelijke verplichting om op aansluitingen binnen zekere termijn te realiseren is gekoppeld aan het wel of niet beschikbaar zijn van transportcapaciteit in een netdeel komt de vraag op, op welk tijdstip de netbeheerder een eerste aanbetaling mag verlangen na acceptatie. Waar in een eerdere fase het goed viel te onderbouwen dat de netbeheerder een aanbetaling verlangde, na acceptatie van de offerte door de verzoeker, om te voorkomen dat men zonder enige financiële verplichting “handdoekje kon gaan leggen” , met andere woorden een plaats op de wachtrij kon claimen, wordt dat anders als men wel op de wachtrij wil komen maar van de netbeheerder verneemt dat het nog jaren zal duren voordat er transportcapaciteit beschikbaar is. De netbeheerder behoeft immers, op basis van de nieuwste ontwikkelingen ook geen aansluiting alvast te realiseren zolang erop korte termijn nog geen zicht is op transportcapaciteit. De eerste aanbetaling is gerelateerd aan een percentage van het geoffreerde bedrag. De kosten voor de verzoeker om op een wachtrij te komen hangen dus samen met de kosten van de aansluiting. Die zijn voor de ene verzoeker moeilijker te dragen dan voor de ander EN de kosten van de aansluiting zelf zijn per verzoeker verschillend. Naarmate er meer tijd verstrijkt tussen ingangsdatum van de aanvraag en de daadwerkelijke realisatie van de aansluiting is in toenemende mate de vraag te stellen in hoeverre een aanbetaling van een eerste termijn nog wel in redelijkheid door de netbeheerder van de verzoeker verlangd mag worden.
Wil je meer grip krijgen op de complexe wereld van energiewet- en regelgeving? Tijdens de 2-daagse cursus Energiewetgeving in de praktijk leer je van experts hoe je actuele wet- en regelgeving effectief toepast in jouw dagelijkse werk en juridische risico’s voorkomt. Een cursus met volop ruimte voor vragen uit de praktijk. Download de brochure
Altijd op de hoogte blijven?
Ontvang exclusieve tips en trends direct in je inbox.